Over ons
Midden Oosten Perspectief is opgericht door Rob Ermers en Zifa Auezova, uit fascinatie voor mensen in het Midden-Oosten en Centraal Azië en hun culturele erfgoed.
Rob Ermers is gepromoveerd arabist en turkoloog. Hij heeft een diepe en brede kennis van culturen en religies in het Midden-Oosten. Nog steeds is hij als extern onderzoeker verbonden aan de Radboud Universiteit Nijmegen.
De laatste jaren legt hij zich toe op hoe kennis van sociale en psychologische processen wordt toegepast op niet-westerse volkeren en individuen. Dit helpt bij het behandelen van casuïstiek en het scheiden van hoofd- en bijzaken.
“In de loop der jaren ben ik door talloze mensen in het Midden-Oosten, met name in Marokko, Tunesië, Egypte en vooral Turkije heel gastvrij ontvangen. Ik werd soms weken achterelkaar toegelaten tot hun gezinnen. Ik zag dat als een groot voorrecht en een blijk van vertrouwen. Daar zijn lange vriendschappen uit voortgekomen. Tijdens die verblijven heb ik mijn ogen en oren goed de kost gegeven. Ik zag natuurlijk veel verschillen met onze samenleving. Ook gaan daar veel zaken anders dan hoe ik persoonlijk tegen dingen aankijk. Maar mij viel ook op dat ik allerlei kwesties die over die mensen gezegd en geschreven werden juist niet zag. Daarover was ik wel vaak verbaasd.”
Er wordt veel geschreven over de dominantie van mannen ten opzichte van hun vrouwen.
Doordat ik bij de mensen in huis verbleef zag ik dat veel vrouwen juist heel goed tegen hun mannen opgewassen zijn en hun mening geven. Langzamerhand ontstond bij mij het beeld dat ondanks verschillen veel zaken bij alle mensen op ongeveer dezelfde manier verlopen. Ook bij hen spelen gewone sociale en emotionele processen. Denk aan vriendschap, humor, trots, familie- en huwelijksleven, opvoeding, man-vrouw-relaties, liefde, genegenheid, koppigheid, ruzie, en ruzies bijleggen. Ook zie je dat dingen, net als elders, dikwijls helemaal niet zo zwart-wit of principieel liggen.
Ook dit verschil in perceptie van de ander is erg interessant.
Waarom is het bijvoorbeeld een kwestie van ‘cultuur’ als een Turkse man ‘trots’ is, terwijl ‘trots’ bij een westerse man of vrouw vooral een karaktereigenschap is?
Zo kom je geleidelijk tot de conclusie dat de ‘cultuur’ van anderen een kwestie van beeldvorming lijkt te zijn:
Hierdoor worden heel normale sociale processen en contexten bij niet-westerlingen door buitenstaanders vaak niet goed herkend. Veel mensen denken dat het gedrag van niet-westerlingen op een of andere raadselachtige manier rechtstreeks gestuurd wordt door hun ‘cultuur’ en religie. Tegelijkertijd zijn ze emotioneel en onvoorspelbaar.
Het gedrag westerlingen wordt in die visie daarentegen veroorzaakt door persoonlijke overwegingen en individuele contexten. Kortom, westerlingen zijn rationeel en redelijk en de rest niet.
Mede hierdoor worden er door buitenstaanders, dat zijn wij, de westerlingen, onnodig exotische etiketten als ‘eer gerelateerd’ geplakt op afwijkend gedrag. Er wordt een wantrouwende houding aangenomen. Dat gebeurt ook in geweldszaken. Dit is uiteindelijk niet alleen funest voor de verhoudingen tussen de bevolkingsgroepen in Nederland, maar ook voor een eerlijke rechtsgang.