Mannen als slachtoffer (2) – Op zoek naar verklaringen
Written by Rob on oktober 20, 2019
Veel mensen vonden mijn korte bericht op LinkedIn en de blog over mannen als slachtoffers van aan eer gerelateerd geweld ‘verhelderend’, dit naar aanleiding van de reportage ‘Als je familie een moordenaar op je afstuurt’.
Dat was uiteraard de bedoeling en ik ben blij dat die is overgekomen.
Een reden daarvoor is dat ik het verhaal van Yasin relateer aan een bekend regulier sociaal proces dat wetenschappelijk goed is onderzocht en goed wordt begrepen. Dit sociaal proces is algemeen-menselijk en doet zich daarom voor onder Arabieren en alle andere mensen. In het geval van ‘Yasin’ is dat stigma.
Zo kun je zonder te duiken in de ‘cultuur’ van ‘Yasin’ en zijn vriend, toch vrij snel een situatie begrijpen. (Ik vind begrippen als cultuur en eercultuur die je in dit verband vaak hoort erg ingewikkeld.)
Hoe kom je tot zo’n conclusie? Ik stel vijf stappen voor.[1]
Luister goed
De eerste stap: Luister goed naar wat de mensen die de problemen meemaken er zelf over zeggen. En wat bedoelen ze?
Dat is niet zo simpel, want er kan bijvoorbeeld een vertaalprobleem zijn. Woorden in een vreemde taal hebben soms andere nuances en betekenissen. En soms zijn mensen simpelweg terughoudend om over delicate kwesties te spreken.
Valkuil: ‘onze’ eigen verwachtingen
Wees je er tijdens het luisteren bewust van dat hier ook een diepe en brede valkuil ligt: wat je zélf verwacht of denkt te horen, je eigen concept van hoe ‘het’ zit.
Dus hier een pas op de plaats.
Wat (te) vaak gebeurt is dat ‘wij’ eerst verklaren, in ónze eigen bewoordingen en concepten, hoe ‘wij’, de buitenstaanders, de problemen van de ander, de cliënt, zien. De toon is dan door óns gezet, het kader door óns geschetst.
Je ziet dat ook in de reportage gebeuren.
De twee commentatoren zeggen …
De twee commentatoren stellen aan het begin vast dat de aan eer gerelateerde problemen van de slachtoffers bestaan uit een probleem tussen een individu en zijn familie: “ruzies rondom de familie-eer”, “als jouw ‘partner’ niet voldoet aan de eisen van de familie”.
In de reportage wordt nog opgemerkt dat de normen of de ‘code’ van dergelijke families het grote probleem zijn. Dat klinkt even raadselachtig als onprettig: families die ‘codes’ hebben? Dat moeten wel strenge en rigide families zijn.
Maar als je goed luistert …
In het geval van de vriend van ‘Yasin’ hoorde ik echter niets over eisen die diens familie stelde. En van een afgekeurde ‘partner’ was ook al geen sprake.
Wat ‘Yasin’ volgens mij zei, maar luister het zelf maar terug, was dat een homoseksueel in sommige landen shame kan veroorzaken voor diens familie in de gemeenschap. (Onder shame versta ik ‘schande’; ik weet niet welk Arabisch woord hij in gedachten had.)
Het conflict ging, zo interpreteer ik althans wat ‘Yasin’ zegt, over de ‘schande’ die de familie van zijn vriend door diens homoseksualiteit opliep in de gemeenschap.
‘Yasin’ zegt daarmee dat het in essentie niet ging om een conflict tussen de vriend en zijn familieleden, maar een kwestie tussen de familie enerzijds en de gemeenschap anderzijds.
Wat is schande?
De tweede stap is dat we ons afvragen wat die schande precies is. Hoe ontstaat ‘schande’? En is ‘schande’ inderdaad zo vervelend voor een hele familie? Is schande iets denkbeeldigs, of bestaat ze echt?
Schande is iets wat zich voordoet in relaties tussen mensen, het is een sociaal proces. Schande is, volgens het Van Dale woordenboek, ‘staat van oneer, toestand van vernedering’.
Dat komt er op neer, als je erover nadenkt, dat de mensen in de gemeenschap een individu en / of zijn of haar familie, bijvoorbeeld naar aanleiding van een incident, degraderen, links laten liggen, niet meer serieus nemen, vernederen, uitschelden, pesten en wat al niet meer. Schande bestaat echt.
Op zoek naar een wetenschappelijk begrip
Schande is een woord dat in het normale taalgebruik veel wordt gebezigd, maar het is geen vastomlijnd concept. In wetenschappelijke publicaties wordt het op allerlei verschillende manieren gedefinieerd.[2]
Dat is wel een probleem, omdat we alleen via een duidelijk begrip relevante studies kunnen vinden over het sociale proces achter ‘schande’.
Een vraag is daarom: welk sociaal-wetenschappelijk begrip komt overeen met ‘schande’? En in welk vakgebied gaan we dat begrip zoeken?
Deze vraag is de derde stap.
Eerst een relevant vakgebied
De sociale psychologie is qua vakgebied een voor de hand liggende keuze:
Het domein van de sociale psychologie zijn de interacties tussen mensen, ongeacht cultuur of etniciteit, sociale processen tussen mensen binnen een groep, en de gedachten, emoties en gedragingen die processen oproepen.
Er is geen twijfel dat ‘schande’ een vorm van interactie is tussen mensen. ‘Schande’ hoort daarom zeker tot het domein van de sociale psychologie.
Schande en stigma
We zoeken naar een equivalent van ‘schande’ in de sociale psychologie.
Een bekend en goed onderzocht begrip in sociaal-psychologische studies is ‘stigma’. Zou ‘schande’ ongeveer hetzelfde kunnen zijn als een stigma?
Daar zit wel wat in. Wat is een stigma?
Een stigma is een kenmerk van een individu waardoor hij of zij door anderen niet als volwaardig mens wordt gezien. Door zijn of haar kenmerk roept het individu medelijden, angst, afkeer of een andere emotie of reactie op. Een kenmerk kan zijn: een lichamelijke afwijking, aandoening, ziekte, of zoiets als huidskleur.
Een stigma door afwijkend gedrag
Maar een stigma kan ook veroorzaakt worden door afwijkend gedrag van een persoon. Goffman (1963) noemt dit een gedragsstigma (conduct stigma).
Met name door moreel wangedrag kan een individu ernstig worden gestigmatiseerd, afgewezen, geïsoleerd, uitgesloten en ‘gepest’. Moreel wangedrag is gedrag waardoor anderen uit dezelfde groep de betrokkene moreel slecht vinden. Ze willen niet met hem of haar omgaan. Het gevolg is een afhoudende attitude, of ronduit afwijzing, sociale uitsluiting.
We hebben zojuist stap vier gezet.
Voorbeelden van een moreel stigma
Denk bijvoorbeeld aan wat rokkenjager Harvey Weinstein en pedoseksueel Benno L. is overkomen. Hun levens zijn ingestort (al hebben we met hen geen medelijden).
Ook Lucia de Berk, die wegens meervoudige moord werd veroordeeld en een gevangenisstraf uitzat, kreeg zo’n moreel stigma. Nu ze uiteindelijk, na jaren strijd, totaal onschuldig is bevonden, vinden we het vreselijk voor haar.
De gevolgen van zo’n moreel stigma komen, denk ik, overeen met wat met ‘schande’ wordt bedoeld.
Gevolgen van een stigma
Lijken de gevolgen van een stigma op die van ‘schande’?
Uit onderzoek blijkt dat de effecten van een stigma, dus afwijzing, uitsluiting en sociale isolatie, psychologisch funest zijn voor álle mensen, ongeacht hun afkomst of cultuur. Er is niet voor niets de laatste jaren zoveel belangstelling voor ‘pesten’ onder kinderen en volwassenen (bullying, S. Bauman, 2014).
Dit nog afgezien van de sociaal-economische gevolgen die sociale uitsluiting vaak ook heeft, omdat mensen met een moreel stigma vaak geschorst of op staande voet ontslagen worden, en hun winkel of bedrijf wordt door klanten en leveranciers meteen gemeden.
Uitbreiding van het stigma naar anderen
Nog een vraag: kan een stigma, net als ‘schande’, zich uitbreiden tot een hele familie?
Ja, ook dat kan. Daar is zelfs een specifieke term voor.
Het stigma op familieleden van een enkel individu dat zich misdraagt wordt een afgeleid stigma of een associatief stigma (stigma by association) genoemd (of een courtesy stigma, Goffman, 1963; ‘Bad company’, J. Pryor e.a., 2012).
Associatief stigma voor familieleden
Familieleden van veroordeelden in de VS en Groot-Brittannië hebben het dikwijls heel erg moeilijk in hun sociale omgeving, zo blijkt uit onderzoek (Condry, 2007). Van sommigen is het sociale leven compleet ingestort:
Wanneer Jane thuis is, gooien buurkinderen eieren tegen de ramen van haar flat. Als ze naar buiten gaat, schelden de volwassen buren haar uit. Jane wordt alleen uitgescholden omdat ze de moeder is van een crimineel – haar dochter is veroordeeld, samen met haar vriend, voor het mishandelen van hun kindje.[3]
Mensen met een associatief stigma wijten hun ellende vaak aan hun familielid.
Ook kinderen worden soms ‘gepest’ door leeftijdgenoten en door volwassenen, niet wegens hun eigen wangedrag, maar door dat van een van hun ouders of beide. Denk bijvoorbeeld aan wat de kinderen van nsb’ers moesten doorstaan (zie het relaas van deze mevrouw op Youtube).
De positie van de familieleden verbetert wel wanneer ze in de gemeenschap heel duidelijk maken dat ze zich van het gedrag en de betrokkene distantiëren (Condry, 2007). Dat is trouwens wat de nsb-kinderen, nu volwassen, ook doen. Ze in elk geval niet het gedrag van de betrokkenen proberen te vergoeilijken.
Het begrip associatief stigma komt naar mijn idee goed overeen met de ‘schande’ voor de familie die ‘Yasin’ in de reportage bedoelt. In elk geval komt een associatief stigma sowieso ook voor onder Arabieren.
Afwijzing door moreel wangedrag
Onze vijfde stap is dat we deze redenering toepassen op ‘Yasins’ vriend en diens familieleden:
In de gemeenschap waarin de familieleden van ‘Yasins’ vriend zich bevinden en sociaal functioneren, wordt homoseksualiteit gezien als moreel wangedrag. (Dat was in Nederland tot pakweg 25 jaar geleden ook het geval.)
De familieleden van ‘Yasins’ vriend kregen te maken met een associatief stigma in hun gemeenschap doordat hun zoon of broer zich op een of andere wijze kenbaar maakte als homoseksueel.
Het gevolg was, net als bij Jane, uitsluiting en afwijzing van alle familieleden, jong, oud, man, vrouw, door mensen in de gemeenschap, of de angst dat dat zou gebeuren.
De familieleden werden bang en woedend op hem en vonden dat hij meteen met dat gedrag moest stoppen. Of verdwijnen uit hun leven. Ze bedreigden en mishandelden hem.
Kortom,
Het gaat bij eergerelateerde kwesties niet om de ‘normen van de familie’, zoals in de reportage door de commentatoren wordt beweerd.
Het zijn de morele normen van de gemeenschap waar familieleden, oud en jong, man en vrouw, mee te maken krijgen. Ook als slechts één lid van de familie zich in de ogen van de gemeenschap misdraagt. (Het zou best kunnen dat zo’n familie intern niet eens grote problemen maakt over het gedrag.)
Dit verklaart nog niet alles, maar nu kunnen we enigszins plaatsen waarom de familie waarschijnlijk zo woedend was op ‘Yasins’ vriend — ook al vinden wij zelf inmiddels niet (meer) dat homoseksualiteit wangedrag is.
[1] In werkelijkheid heeft het jaren geduurd voor ik al zoekende deze stappen heb afgelegd.
[2] Een andere kwestie is dat shame in het Engels zowel schande als schaamte betekent, twee zeer verschillende begrippen.
[3] De originele Engelse tekst komt uit een krante-artikel over het boek van onderzoekster Rachel Condry en staat hier.
Meer weten? Voor suggesties, kijk eens rond op de website (bijvoorbeeld hier). Nu je er toch bent: de trainingen zijn trouwens ook van harte aanbevolen!). Lees een van mijn boeken of dit artikel, dat ik samen schreef met collega dr. Yvette van Osch of de reeks van artikelen op Sargasso.nl.
Of neem contact op. Ik ben altijd in voor een goed gesprek!
Geef een reactie